Hey jij! Ook meedoen met de leukste klimaat- en jongerenorganisatie van NL? Bekijk onze vacatures!

Vrijwilliger bij JKB worden? Bekijk vacatures!

In 2050 is onze hele voedselketen duurzaam, circulair en transparant. Producenten, retailers, handelaren en consumenten werken samen en zorgen dat de kringlopen binnen de hele keten gesloten zijn. Als consument kiezen we bewust voor duurzame, gezonde en vooral plantaardige producten.

HOE WORDT IN 2050 ONS VOEDSEL GEPRODUCEERD?

In 2050 produceren we ons voedsel circulair en klimaatneutraal door slim gebruik te maken van technologie. We sluiten de kringlopen in de hele voedselketen en de voedselproducent is een sociaal en maatschappelijk betrokken ondernemer.

Kringlopen

In 2050 produceren we ons voedsel circulair en klimaatneutraal met ruimte voor mens, natuur en landbouw. De productie van voedsel heeft een positieve impact op de aarde: voedselproductie, natuur en biodiversiteit versterken elkaar. In 2050 is er voldoende voedsel voor de gehele wereldbevolking en de landbouwsector heeft zich aangepast aan een veranderend klimaat. We zorgen ervoor dat er nauwelijks broeikasgassen worden uitgestoten. Binnen de hele voedselketen sluiten we de kringlopen, waarbij we niet meer grondstoffen gebruiken dan noodzakelijk. Reststromen gebruiken we in de keten weer als grondstof voor de bodem. Tegelijkertijd gebruiken we niet meer land voor de productie van voedsel dan nodig is.

Voedselproductie

Een gezonde en vruchtbare bodem is de basis in de landbouw en maakt onderdeel uit van het verdienmodel van de boer. We telen ook andere en nieuwe producten zoals zeewier, noten en peulvruchten. We produceren gewassen primair voor menselijke voedselconsumptie en de gewasresten gebruiken we als veevoer of als bodemverbeteraar. In 2050 vindt onze voedselproductie ook op andere locaties plaats, zoals op daken, verticaal langs muren, op het water en in leegstaande gebouwen. De landbouwsector is technologie- en datagedreven. Door precisielandbouw kunnen we de voedselproductie nauwkeuriger en efficiënter maken en beter controleren. Producenten kunnen met (open source-)technologie makkelijk het waterverbruik, weersvoorspellingen en de status van de grond en het gewas bijhouden.

Meer dan alleen voedselproducent

In 2050 is de voedselproducent een sociaal en maatschappelijk betrokken ondernemer. Boeren spelen een belangrijke rol in natuurbehoud en dragen bij aan de leefbaarheid van het platteland. In voedselbossen combineren we voedselproductie met natuur, recreatie en educatie. Ondernemers kunnen de voedselproductie combineren met het leveren van diensten aan de samenleving, zoals zorglandbouw, agrotoerisme en het leveren van producten voor de korte keten. Boeren kunnen nieuwe verdienmodellen creëren door bijvoorbeeld dataproducent te worden, essentiële bouwstoffen te leveren voor de bio-economie of door koolstof op te nemen in de bodem. Met een start-up- & transitiesubsidie geven we boeren de ruimte om zelf te ondernemen en te innoveren.

HOE ZIEN DE RETAIL EN HANDEL ER IN 2050 UIT?

In 2050 is onze voedselketen duurzaam en transparant. Handel en retail vormen de directe en groene verbinding tussen de consument en producent. We betalen een eerlijke kostprijs voor ons voedsel.

Duurzame, transparante en eerlijke keten

In 2050 zijn alle schakels in onze voedselketen duurzaam, transparant en zo kort mogelijk. We betalen een eerlijke beloning aan boeren en andere arbeiders in de gehele (internationale) voedselketen. Grote bedrijven gebruiken hun invloed om de keten eerlijker en duurzamer te maken en hebben geen monopolie meer op het voedselaanbod. Binnen de keten concurreren we niet langer op efficiëntie of laagste prijs, maar vooral op kwaliteit, voedingswaarde, dierenwelzijn en bijdrage aan natuur of biodiversiteit. De korte en lokale keten zorgt voor kwalitatief contact en samenwerking tussen producenten en consumenten. Hierdoor kunnen vraag en aanbod beter bij elkaar worden gebracht. Als land richten we ons vooral op kennisexport en nauwelijks op de export van producten.

Aanbod

In 2050 hangt ons voedselaanbod vooral af van het seizoen en de impact op milieu en klimaat. Supermarkten selecteren ons voedsel op basis van duurzaamheid, smaak en voedingswaarde en niet op basis van grootte, vorm en kleur. We bepalen de prijs van een product door gebruik te maken van een echte kostprijs. Dit helpt consumenten te kiezen voor duurzame producten en zorgt ervoor dat de producent een eerlijke prijs krijgt. We gebruiken alleen verpakkingen als het voedselverspilling tegengaat en de houdbaarheidsdatum aantoonbaar verlengt. We gebruiken biologisch afbreekbare materialen voor de verpakkingen of zorgen ervoor dat verpakkingen worden gerecycled.

Logistiek

In 2050 minimaliseren we het energiegebruik in de logistieke keten en de energie die we gebruiken is hernieuwbaar. De retail is de directe en groene verbinding tussen consumenten en producenten. We gebruiken technologie om te laten zien welke wegen producten afleggen en hoeveel energie er is gebruikt. Voor de consument  levert dit transparantie en duidelijkheid op over de herkomst van producten. Binnen de keten zetten we transportmiddelen slim en efficiënt in, waarbij we gebruikmaken van  een gedeeld en overkoepelend distributiesysteem. 

WAT EN HOE EET DE CONSUMENT IN 2050?

In 2050 zijn we ons bewust van de impact van voedselkeuzes en hebben we een voedselcultuur waarin kwaliteit, duurzaamheid, gezondheid en smaak van ons voedsel voorop staan.

Voedselcultuur

In 2050 hebben we een voedselcultuur waarin de kwaliteit, duurzaamheid, gezondheid en smaak van ons voedsel voorop staan. Kinderen leren van jongs af aan waar hun eten vandaan komt en wat gezond en duurzaam voedsel is. We hebben een eetcultuur waarin we experimenteren met voedsel, vaak samen eten en tijd besteden aan koken en onze maaltijden. We eten voornamelijk  plantaardige eiwitten en minder eiwitten van dierlijke oorsprong om zo de impact op de aarde te verminderen. In 2050 is het eten van vlees niet de norm. Ons dieet bestaat voornamelijk uit plantaardige producten zoals groenten, peulvruchten, noten en zeewier. 

Bewustzijn en koopgedrag

In 2050 kiezen we bewust voor duurzame en gezonde producten in de supermarkt. Supermarkten spelen een rol bij het veranderen van het koopgedrag van consumenten. Horeca en cateraars laten ons kennis maken met lokale en seizoensgebonden producten. Scholen en bedrijfskantines hebben een voorbeeldfunctie als het gaat om gezond en duurzaam eten. De overheid stimuleert een gezond en plantaardig dieet, bijvoorbeeld door overheidscampagnes of financiële prikkels.

Voedselverspilling

We gooien in 2050 geen eten weg. We voorkomen dat er voedsel overblijft, omdat we minder in bulk inkopen en we passende porties koken. Daarnaast laten we ons niet beïnvloeden door een vlekje op een groente of door een vrucht met een rare vorm . Voedsel dat toch overblijft wordt gedeeld in bijvoorbeeld een online voedselnetwerk. Voedsel dat niet op tijd wordt verkocht in de supermarkten, wordt gebruikt in de horeca en in de catering. Als voedsel echt niet meer houdbaar is, wordt het circulair verwerkt en wordt het als reststroom in de landbouw gebruikt. De consument kan zich makkelijk laten informeren over de houdbaarheid van producten door middel van bijvoorbeeld een (mobiele) applicaties.