Eind vorige eeuw werd iets cruciaals vastgesteld door verschillende wetenschappers, namelijk dat de mens grote invloed heeft op het klimaat. Hierna groeiden de internationale interesse en het besef dat hier gezamenlijk verantwoordelijkheid voor genomen moest worden. Vanuit de behoefte naar wereldwijde actie ontstonden de VN-klimaatconferenties, ook wel de Conference of Parties (COP), waarvan er al zeker twintig plaats hebben gevonden. De 21ste werd in 2015 in Parijs gehouden en resulteerde in een historisch klimaatakkoord tussen de 195 deelnemende landen.
De aanloop
De COP3 in 1997 leidde tot het meest bekende klimaatakkoord tot aan Parijs, het Kyoto Protocol. Hierin werd afgesproken dat alle betrokken landen hun uitstoot van broeikasgassen gezamenlijk zouden verlagen Belangrijk aspect hiervan was dat de zogenaamde ontwikkelde landen een grotere verantwoordelijkheid kregen toegewezen voor het klimaatprobleem – met andere woorden: strengere emissiedoelen dan ontwikkelingslanden – vanwege hun historische uitstoot. Dit hield in dat sommige landen hun emissies zwaar moesten verlagen, waarbij andere landen die juist mochten verhogen.
De grootste problemen met het Kyoto protocol waren het feit dat de VS het nooit geratificeerd heeft en dat China als ontwikkelingsland behandeld werd. Hierdoor droegen de twee meest vervuilende landen weinig of zelfs het minste bij aan het akkoord, wat leidde tot veel onvrede bij de deelnemende landen – Canada trok zich uiteindelijk zelfs terug en met name Japan en Rusland zagen hierdoor niks in het verlengen van het akkoord.
Nu of nooit
Na het niet zo succesvolle Kyoto protocol en de mislukte pogingen van het sluiten van een nieuw klimaatakkoord op de daaropvolgende COP’s, zorgden ervoor dat alle ogen gericht waren op Parijs in 2015. In de aanleidende periode was het pijnlijk duidelijk geworden waar het niet verlagen van de emissies toe zou leiden: een rampscenario van een temperatuurstijging tussen de 2,6 en 4,8 graden Celsius voor het einde van de eeuw bij het zogeheten ‘business as usual’ – met een waslijst aan desastreuze gevolgen. Deze vrijwel universele bevindingen vroegen om even harde maatregelen, het was nu of nooit en die druk is waarschijnlijk goed voelbaar geweest bij de staatshoofden.
Het klimaatakkoord van Parijs is dus in veel opzichten baanbrekend:
- Maar liefst 195 landen ondersteunen het.
- De temperatuurstijging moet beperkt worden tot 2 graden Celsius, met als streven zelfs 1,5.
- Er wordt geen onderscheiding meer gemaakt tussen ontwikkelde landen en ontwikkelingslanden
- Alle deelnemers moeten om de vijf jaar hun resultaten bekend maken en hun doelstellingen vergelijken met de nieuwste wetenschappelijke ondervindingen (en hierop aanpassen waar nodig).
- Er is een fonds opgesteld met 100 miljard dollar per jaar als doelbedrag dat arme landen financieel moeten ondersteunen bij het tegengaan van klimaatverandering – denk aan vergroten van de weerbaarheid, maar ook het voorkomen van emissies.
Kritiek
Echter, is er ook kritiek op het klimaatakkoord. Het belangrijkste is misschien wel dat het akkoord zelf wel juridisch bindend is, maar de doelstellingen, plannen, of het bijdragen aan het fonds niet. Dit houdt in dat wanneer een land haar zelf vastgestelde doelen niet behaald, er geen juridische maatregelen zullen volgen en dus ook geen sancties. Hierdoor vrezen sommigen dat de doelstellingen niet gehaald zullen worden, omdat het aan prikkels ontbreekt. Anderen daarentegen geloven dat de imagoschade die zou volgen bij het niet voldoen aan de doelstellingen al een behoorlijke prikkel is. Daarbij zouden landen collectief of individueel sancties op kunnen leggen. Bovendien, heeft dit misschien juist wel als gevolg gehad dat het klimaatakkoord behoorlijk ambitieus is, je durft de lat hoger te leggen als ‘falen’ niet bestraft wordt.
Trump vs de rest
Toen onlangs bekend werd dat de VS zich terug zou trekken uit het akkoord werd er geschokt gereageerd en heerste er een groot gevoel van teleurstelling. De op één na grootste uitstoter (de grootste per hoofd van de bevolking) is niet meer van plan om zich te binden aan lagere emissies, met name vanwege de ‘grote nadelige economische gevolgen’. Nu zou ik een heel blog kunnen schrijven over waarom het tegengaan van klimaatverandering juist wel de beste economische investering zou zijn, maar daar gaat het nu even niet om. Tegen de tijd dat de VS zich trouwens officieel terug zou kunnen trekken zitten we al in 2020 en dan is Trump’s termijn al afgelopen.
Voor nu heeft de VS heeft zich teruggetrokken, maar de verduurzaming is ook in de VS in volle gang en dit is niet iets wat de Trump administration zomaar ongedaan kan maken. Veel individuele staten en grote bedrijven hebben hun steun uitgesproken voor het klimaatakkoord, soms zelfs als tegenreactie op Trump. Daarbij is er ook zonder een internationaal akkoord natuurlijk verduurzaming mogelijk. Daarbij werd er door de internationale gemeenschap fel gereageerd en beloofden veel staatshoofden – voor het eerst publiekelijk – hun volledige toewijding aan de afspraken van het klimaatakkoord. Ergens zou ik zelfs durven zeggen dat het goed is dat de VS zich terugtrekt, jarenlang werd er verwacht en gewacht tot de VS de boventoon zou voeren, nu staan andere landen te trippelen de VS in te halen. Een onomkeerbare strijd om het groenste imago!