Nederland moet de komende negen jaar hard aan de slag. Volgens de verkenning van het PBL koersen we op 38 tot 48 procent minder uitstoot in 2030. Dat moet volgens de Europese Commissie waarschijnlijk 52 procent worden. Een deel van deze opgave kunnen we aanpakken door al gemaakte plannen verder uit te werken, maar er is op de valreep ook nieuwe klimaatbeleid nodig. “Dat klinkt onmogelijk, maar zal toch moeten,” zegt Moonen.
De jongeren zien kans om een inhaalslag te maken via de formatie. Moonen: ‘Ik ben niet verbaasd dat we niet op schema liggen. De overheid laat nu al jarenlang zien dat hen niet zelf lukt om op koers te blijven naar een anderhalve-graad-samenleving. Daarom moet er een Klimaatautoriteit in het regeerakkoord komen die jaarlijks CO2-reductie garandeert. Dat ben je aan jonge en toekomstige generaties verplicht.’
Volgens de jongeren kan een onafhankelijke Klimaatautoriteit ervoor zorgen dat we de klimaatdoelen voor 2030 en 2050 écht gaan halen, door de grote opgave in kleinere stukjes te knippen. De autoriteit is een wetenschappelijke adviesraad, die de overheid een CO2-budget per jaar stelt met bijpassende inhoudelijke beleidsadviezen. Zo kunnen zij precies berekenen wat er in 2022, 2028 of 2033 nodig is om het doel in 2050 te halen. Dat biedt zekerheid. Moonen: “Zie het als een soort huiswerkbegeleiding voor de overheid. Met de Klimaatautoriteit gaan we alleen nog maar tienen halen op ons klimaatbeleid.”
Het Verenigd Koninkrijk heeft al een soortgelijke autoriteit: de Committee on Climate Change (CCC). Moonen: ‘Mede door de CCC stoot het Verenigd Koninkrijk in 2020 al 44% minder CO-2 uit ten opzichte van 1990. In Nederland halen we dat met het voorgenomen beleid zelfs in 2030 nog niet eens.’